Oud Bennebroek & persoonlijke anekdotes

Ik heb enige tijd terug in een koortsachtige nacht enorm veel foto´s van mijn geboortedorp Bennebroek verzameld, de meeste uit een tijd dat ik nog niet geboren was. Heb deze onlangs in verschillende mappen onder gebracht en de afbeeldingen van mindere kwaliteit verwijderd. Zal nu de mappen, zoals ik deze heb benoemd, één voor één uitpakken en de inhoud ervan hier plaatsen, daarbij enkele van mijn herinneringen als anekdotes toevoegend.

Bennebroekerlaan

Aan de Bennebroekerlaan lag het Geitenweitje, een plek waar de pupillen en junioren van voetbalvereniging BSM (Blijf Steeds Moedig) training kregen op onvaste modderige grond, en even verderop wedstrijden speelden op een wat degelijker veld. Ik vond BSM een toepasselijke naam voor de vele ploegen die steeds weer binnen de kortste keren op achterstand kwamen te staan, een enkele uitzondering daar gelaten. Omdat ook de ploegen waarin ik speelde niet overliepen van talent had ik ervoor gekozen laatste verdediger te zijn, zodat de betaalde contributie goed besteed was, ik vaak de bal aan de voet mocht hebben, iets dat de spitsen bepaald niet konden beweren.

Binnenweg

De Binnenweg was feitelijk de weg naar buiten Bennebroek, naar Heemstede, waar ik ooit mijn eerste vriendinnetje Sylvia ontmoette. Ik fietste daar geregeld met mijn klasgenoot Bonnie heen, om op een dag van Sylvia een vilten hartje te ontvangen waarop stond: I Love Joost. Zo verliefd als we waren, ik geloof niet dat het zelfs ook maar ooit tot een kus is gekomen. Joyce was de naam van het meisje van BonnieΒ΄s interesse, en achteraf bezien denk ik dat tussen hen wel iets fysieks kan hebben plaatsgevonden, daar Bonnie mogelijk niet leed onder Rooms Katholieke verboden op dit gebied. De Binnenweg was tevens de richting naar Zwembad Groenendaal, waarover later meer.

Bloembollenvelden

In mijn jonge jaren waren er nog wel wat bloembollenvelden in Bennebroek te vinden, maar niet in de overdaad zoals de oude plaatjes hier tonen. Richting Hillegom viel er wat dit betreft meer te beleven, reed je door naar Lisse dan was er nog meer overdaad aan kleurrijke fleurige velden welke de heerlijkste geuren verspreidden.

Centenbrug

De Centenbrug over en je was bij het spoor dat mij intens intrigeerde. Meteen ertegenover was een spoorbrug waar ik eens, –ik was een jaar of acht denk ik–, met mijn kleine fietsje was aangekomen en er enkele jongens trof. Een van hen beweerde dat als ik het fietsje onder de spoorbrug zou laten staan als er een trein overheen zou rijden, de brik daarna hoogstwaarschijnlijk een door-trap-rem zou hebben. Een doortraprem? Ja, legde hij uit: Β¨dan doet je terugtraprem het niet meer, worden de trappers voort gestuwd.Β¨ Nou, dat kon ik niet zomaar geloven, wilde ik wel eens zien. Ik plaatste de fiets tegen een van de muren en hoorde aan het spoor dat er een trein naderde. Het geluid zwol aan, altijd weer spannend en opeens denderde het geweldig boven onze hoofden. Toen het geluid afnam pakte ik de fiets, reed er een stukje op en probeerde het remmechanisme, maar de trapper schoot door! Vele jaren later dacht ik hier nog eens over na en ik vermoedde nu dat de jongens mij handig hadden afgeleid terwijl één van hen, toen de trein boven onze hoofden raasde, mijn fiets onklaar had gemaakt.

Gereformeerde Kerk

Ik was als jongetje een klein pyromaantje, beleefde veel plezier aan vuurtjes maken. Dit bleef altijd kleinschalig, hoewel ik op een dag ongewild verantwoordelijk was voor een grotere brand in het ouderlijk huis. Op een ochtend in een weekend, –mijn ouders sliepen nog–, zat ik met een broertje stiekem wat te paffen van de sigaretten van mijn ouders. Toen we boven gerommel op mijn ouderΒ΄s slaapkamer hoorden, meenden we dat één van hen, waarschijnlijk ma, nu snel beneden zou zijn. Ik wierp vlug de asbak leeg in de prullenbak in een hoek van de kamer; vervolgens vluchtten mijn broertje en ik naar zolder, waar wij onze bedden hadden. Het vuur in de asbak was echter niet gedoofd, papier in de prullenbak vatte vlam, en de prullenbak stond naast een houten kast en onder een lang opengeslagen gordijn. Dat wilde wel fikken. Het duurde even voor ik bemerkte dat in de straat waar ons huis stond vele mensen uit hun raam hingen om te kijken naar de rookontwikkeling vanuit ons huis. Ik begreep onmiddellijk welke fout ik had gemaakt, schrok me wild, toog direct naar beneden waar ik mijn vader in onderbroek met een emmer water zag sjouwen. De verzekering dekte de schade en ik kan me niet herinneren straf te hebben gekregen; de schrik zat er goed bij me in en mijn ouders achtten dit straf genoeg.

Soms was er een grotere brand in het dorp, de jaarlijkse kerstboomverbranding was altijd een enorm en intrigerend feest. En hoezeer ik niemand tegenspoed toewenste, toch kon ik er weinig aan doen dat ik zeer genoot toen de Gereformeerde Kerk aan de Rijksstraatweg door vuur te grazen was genomen, reeds zeer zwaar beschadigd was alvorens de brandweer het vuur had weten te doven.

Hartekamp

Hier woonden vele zwakzinnigen, dat mocht je indertijd nog zo zeggen. De term werd vervangen door geestelijk gehandicapten, maar dat was op zeker moment ook te stigmatiserend, dus dat werd minder begaafd. Ze konden overigens al die tijd precies wat ze konden, daar veranderde geen terminologie wat aan. Het was altijd weer interessant als er een groepje van hen het dorp bezocht, ook al was ik wat huiverig voor ze omdat ik niet goed wist hoe met hen om te gaan. Later in mijn leven, tijdens een loopbaan van 23 jaar in de Cruquiushoeve te Heemstede, was dit geen enkel probleem meer en een grote vreugde voor me.

Hervormde Kerk

Het was bij dit kerkje dat ik op een dag zag dat er filmopnamen werden gemaakt. Tussen de aanwezigen liep Herman van Veen. Heb daar langdurig staan kijken en gezien hoeveel tijd het opnemen van een enkele korte scene in beslag neemt. De meeste tijd is wachttijd voor acteurs, wat Herman, zeker ook omdat het fris was, ertoe bracht regelmatig tot dansen en springen over te gaan, wat een onderhoudend schouwspel opleverde. Het was de elpee Liefde voor later van Herman die mij ertoe bracht mijn allereerste gedichtje te schrijven:

Vlammetje,
balancerend op de pit,
onzekerheid
die ook ik bezit.

Huis Toon Hermans

Een van Nederlands grootste komieken, bekend om zijn veel geroemde One Man Shows, heeft een periode in Bennebroek gewoond met zijn gezin. In een prachtig huis waaraan je kon zien dat hij goed verdiende aan zijn grappen en grollen. Zijn vlees kocht hij op de pof bij slagerij van Veen op de Bennebroekerlaan, waarvan de eigenaar minder geamuseerd door de komiek was toen deze had besloten weer met zijn geliefden in Limburg te gaan wonen en verzaakt had zijn rekening bij van Veen te voldoen.

Krakeling

In de Krakeling kwam ik minder graag, hoezeer ik er de groene treurbeuk ook bewonderde. Reden van mijn afkeer was het feit dat het zien van deze boom betekende dat ik weldra onrustig in de wachtkamer van de tandarts aldaar zou zitten.

Linnaeushof

Ah, dat is leuk, hier zien we schrijver Godfried Bomans in destijds de grootste speeltuin van Europa. Ik hield nooit van lezen, totdat ik op de MAVO werk van deze humorist onder ogen kreeg en ook zonder verplichting, in mijn vrije tijd, regelmatig in zijn boeken las. Ik kocht de meeste van zijn werken en genoot intens van de wijze waarop hij met taal de buiklach aan mij wist te ontlokken. Bomans ontwaakte in mij het verlangen ook proza te gaan schrijven, waarbij ik lange tijd epigoon van zijn schrijfstijl bleef.

Het Linnaeushof kende vele interessante attracties, dus mijn vriendjes en ik kwamen er graag, maar dagelijks de entree betalen, dat zat er niet in. Daar moest wat op gevonden worden. We vonden, –als ik het me goed herinner aan de Bennebroekerlaan ter hoogte van het 5 mei monument–, een zwakke verdedigingslinie achter struikgewas waar de omheining van het speelparadijs vrij eenvoudig getrotseerd kon worden. Zo Β΄fieptenΒ΄ we naar binnen. Volgens het woordenboek staat fiepen voor het geluid dat reeΓ«n voortbrengen, maar wij gebruikten het woord voor het illegaal betreden van ons plezier.

Oude Geleerde Man

Restaurant de Oude Geleerde Man had een goede naam, ik bekeek het gebouw altijd met zeker respect. Kan me echter niet herinneren ooit de eetgelegenheid betreden te hebben. En het duurde best lang voor ik door had dat de oude man niet veel gestudeerd had, maar een ladder bij zich droeg, zoals op de bovenste foto te zien is.

Reek

Ik ben geboren in de Fazantenlaan en naast ons woonde de familie Willemsen. Ik heb een heldere herinnering aan de keer dat Pa Willemsen een arm ernstig had opengehaald aan een gebroken ruit van zijn caravan ; het was de eerste keer in mijn leven dat ik een volwassen man zag huilen. Later verhuisde de familie naar de Reek, naar het pand waarvoor je op de zwart-wit foto een persoon ziet staan. Daar hadden ze een zeefdrukkerij ingericht waar de kinderen Lips altijd welkom waren om te zien hoe zeefdrukken in zijn werk ging.

Rijksstraatweg

De Rijksstraatweg was de drukste verkeersader in het dorp. Een van mijn vriendjes woonde aan deze weg, niet ver van restaurant de Oude Geleerde Man, en als iets me altijd weer verbaasde dan was het wel het feit dat de bewoners van het huis, pal aan de weg, niet knettergek werden van de gehele dag de klerenherrie van autoΒ΄s.

De Rijksstraatweg was eenmaal per jaar meest feestelijk, altijd in de tweede helft van april, als het bloemencorso plaats vond en toeristen uit alle windstreken wist te trekken. De route was van Noordwijk naar Haarlem, en weer of geen weer, dan zaten op alle praalwagens vrouwen, uitgedost in modieuze jurken, alsmaar te zwaaien naar het publiek, hun best doend een originele glimlach te evenaren. Dat de kramp daarbij menigeen op de smoelen sloeg zal niemand verbazen. In Bennebroek was het tijd voor een lange pauze en een lunch, dan konden de stilstaande praalwagens in alle rust bewonderd en door Japanners gefotografeerd worden.

Schoollaan

Aan de Schoollaan lag de ingang van het St. Lucia Klooster dat zich uitstrekte tot aan de St. Franciscusschool waar we iedere schooldag naar op weg waren als we deze ingang passeerden. Een eindje verderop was een klein supermarktje genaamd Zwetsloot waar mijn moeder bijna dagelijks per fiets boodschappen deed voor het gezin met zeven kinderen. Dat betekende heel veel fietstochtjes, temeer daar de gezinsleden ook niet vies van een biertje, wijntje, sherry, jonkie en wat al niet meer op zijn tijd waren.

St. Franciscusschool

Dit is de lagere school waar ik voor het eerst leerde wat het was om gehoorzaam te zijn aan de staat. De openbare Rooms Katholieke Kerk, grenzend aan het St. Lucia Klooster en de begraafplaats voor dode Bennebroekers, stond er vlakbij. Ik heb na enige moeite slechts een enkele foto op klein formaat van het schoolgebouw weten te vinden. Na wat meer speuren vond ik een beeltenis van het interieur met de zo herkenbare tegeltjes op de vloer. Dit was de gang waar ik als kind eens op een karretje zat, een karretje waarop schoolmelk flessen werden vervoerd. Enkele klasgenoten hadden het karretje, waarop ik argeloos en zonder kwade bedoelingen zat, in beweging gebracht. Meester Mandjes, die die dag jarig was en niet bekend stond om zijn goede humeur, kwam aan gelopen, zag dit en trok het karretje woest onder mij uit. Ik was dusdanig ontdaan dat ik het pakje Caballero sigaretten, dat ik eerder voor hem op zijn lezenaar had gelegd, van die plek weer heb weggehaald. Meester Mandjes had een zoon, Luuk, die zat bij mij in de klas. Die had dat jaar dus zowel thuis als op school met de klerelijer te maken. Ik telde die dagen al mijn zegeningen.

St. Lucia Klooster

Ik ging er eens, met een vriendje, appeltjes jatten. We klommen een hek over. Het was herfst of winter want vroeg donker, liep tegen etenstijd, toen we blijkbaar gesnapt waren. Iemand had ons gehoord en kwam met zaklantaarn zoeken. We hadden ons verschuild tussen bomen en struiken, wisten niet of dit afdoende was. We stonden daar lang, heel lang, want de zoeker met de schijnwerper wist van geen ophouden. Tot ie het opeens opgaf. Hoeveel tijd was er ondertussen verstreken? Veel, want bij thuiskomst ontving ik de reprimande dat mijn zwager, gepusht door de zorg van mijn moeder, per auto een zoektocht naar mijn welbevinden had ondernomen.

Station Vogelenzang

Dit station, niet langer in gebruik omdat er geen trein meer halt hield, was één van mijn meest favoriete plekken in Bennebroek. De bouw deed denken aan het Wilde Westen in films met Clint Eastwood, wiens blik ik als kind zeer wist te waarderen. Clint was de man die de grootste problemen met rustig oog aanzag en ze dan altijd wist op te lossen. Op dit station zal ik me vast wel eens Clint hebben gevoeld. Maar er was meer. Ik was gek op treinen. En vond het bepaald leuk wat er gebeurde als je een muntje op een rail van het spoor legde, en wat ermee gebeurd was als de trein er overheen was gedenderd. Stuivers en dubbeltjes, je herkende ze amper terug. De verwachting van een trein maakte me zo koortsig dat ik er een gewoonte van had gemaakt mijn oor te luisteren te leggen op een rail, dan kon je flink van tevoren, als geen trein nog in zicht was, al horen dat er een naderde. De opwinding die hiermee gepaard ging is te vergelijken met die van een kleuter die telkens golven in de branding van de zee benadert en deze op het laatste moment, kirrend, ontvlucht.

Vlakbij dit station was een spoorovergang, met daarnaast een restaurant waarvan ik de naam vergeten heb. Ik heb dit restaurant eens bezocht toen ik voor het plaatselijke krantje een artikel over het etablissement zou schrijven. Ik kwam toen te weten dat de flessen wijn op het lange hoge rek boven de werktafel iedere dag opnieuw terug geschoven moesten worden, daar de langs denderende treinen de flessen langzaam maar gestaag richting vrije val trilden.

Stichting Vogelenzang

Stichting Vogelenzang, het was niet ver van mijn ouderlijk huis maar een plek om liever te mijden. Het was een gekkenhuis volgens de volksmond. Wat dat betekende kwam ik te weten als de openbare bus bij de bushalte aldaar lieden uit de Stichting binnen liet, waarvan ik als puber ook wel kon zien dat ze niet bepaald Β΄normaalΒ΄ waren. Het duurde nog enkele jaren voordat ik in de abnormalen mijn beste vrienden herkende.

Verschuure Brandsstichting

De lezer kan denken dat het pyromaantje in mij hier weer ter sprake zal komen, maar de dubbele s in de naam van dit gebouw verraadt dat het hier om een Stichting met de naam Brands gaat en niet om dwangmatige vuurstokerij.

Zwembad Groenendaal

Ik had een abonnement voor het open lucht zwembad in Heemstede dat mijn vriendjes en ik veelvuldig in de zomer bezochten, zowel tijdens vakanties als na schooldagen. De hoge duikplank stond voor een belevenis welke nooit verveelde. Na eerst vanaf die hoogte te durven springen, ontstond al snel het lef voor duiken en het doen van bommetjes door met de schouders op het wateroppervlak te belanden terwijl de handen om de opgetrokken benen waren geklemd, splash! Nog wat later behoorden ook saltoΒ΄s tot het repertoire, maar de zweefduik, na een aanloop en flinke afzet, bleef toch de meest geliefde mogelijkheid met de grootste reikwijdte welke je enkele dierbare seconden liet voelen als een vogel zo vrij.

.

Plaats een reactie